Vader, ondernemer en keeper; Robert (43) leidt een mooi leven

Het toekomstplaatje dat werd geschetst na de geboorte van Robert Boogaard in 1981 was niet bepaald rooskleurig. Toch leidt hij een mooi en gelukkig leven, al kwam één van de voorspellingen van de artsen wel uit.

Hij is op zijn 43ste nog altijd keeper in een vriendenteam bij voetbalclub VV Hardinxveld uit zijn woonplaats Hardinxveld-Giessendam. Met zijn gezin met twee dochters houdt hij elk jaar een actieve vakantie, het liefst in Zwitserland. En sinds 2017 is hij zelfstandig ondernemer in de hypotheekwereld.

Robert Boogaard is geboren met een CHD, maar leidt in veel opzichten geen ander leven dan veel van zijn vrienden. “Alleen heb ik heel mijn leven al een minder goede duurconditie”, vertelt hij. “Daarom ben ik keeper, terwijl mijn vrienden voetballen. En als we met z’n vieren een mooie wandeling maken door de bergen en we echt flinke stukken moeten klimmen, dan loop ik mijn eigen tempo. Dat zijn de verschillen.”

Perspectief na geboorte

Robert kwam in 1981 ter wereld. Snel na de geboorte werd tegen zijn ouders gezegd dat ze nog maar even moesten wachten met de geboortekaartjes, want het kon zomaar zijn dat ze in plaats daarvan overlijdenskaartjes moesten versturen. En als Robert het al zou overleven, zou de kans groot zijn dat hij op latere leeftijd gezondheidsklachten krijgt. Ze hoeven bovendien niet te verwachten dat hun zoon een serieuze sporter zal worden.

“Ik ben er best trots op dat, dat laatste toch is gelukt”, zegt Robert. “Ik heb als keeper bij de selectie-elftallen gezeten en was onderdeel van het eerste team van mijn club op het moment dat we voor het eerst de tweede klasse bereikten. Dat is toch een serieus niveau binnen het amateurvoetbal.”

Fijne jeugd

Lange tijd had hij niet of nauwelijks interesse in zijn medische geschiedenis. Ja, tijdens de bekende ‘piepjestest’ haakte hij altijd als eerste af vanwege de slechtere duurconditie. In zijn tienerjaren werd hij ook weleens onderzocht in het ziekenhuis. En later reisde hij naar Manchester om mee te werken aan een onderzoek naar aanleg van de longvaten bij een CHD. Maar een prominente rol speelde het niet in zijn leven.

“Ik heb een fijne en normale jeugd gehad”, vertelt hij. “Na het vwo ben ik direct gaan werken, want ik had geen zin om te studeren. Als kasbeheerder moest ik ervoor zorgen dat er op elk kantoor van de Rabobank voldoende contant geld aanwezig was. Daardoor zat ik als 19-jarige weleens met een collega een bestelling van honderdduizenden guldens na te tellen en ging er dus gewoon een huis door onze handen.”

Nadat hij redelijk snel een aantal interne opleidingen had gevolgd, groeide hij door tot hypotheekadviseur. In 2017 besloot hij dat werk te doen als zelfstandige en vanaf 2020 runt hij met een compagnon een goedlopend onafhankelijk hypotheekadvieskantoor in Hardinxveld-Giessendam.

Recidief

In de periode dat Robert ondernemer werd, bleek de voorspelling van de artsen dat hij op latere leeftijd gezondheidsklachten zal krijgen, helaas wel te kloppen. Dat kwam aan het licht tijdens zijn werk. Vanaf 2017 kreeg hij in gesprekken steeds vaker last van een ‘kuchje’. “En in mijn beroep praat je veel, dus dat was heel irritant. Na een aantal testen en doorverwijzingen werd er een recidief ontdekt. Aan de linkerkant zaten een aantal organen gedeeltelijk in mijn borstkas. Daaraan ben ik geopereerd en sindsdien gaat het goed met mijn longen. Ik heb alleen nog een puffer.”

De operatie had alleen wel een vervelend neveneffect. “Mijn buik voelt sindsdien niet meer als mijn buik. Ik heb last van hevige buikpijnaanvallen, die een aantal dagen duren. Mijn blinde darm is er daarom uitgehaald, maar dat had geen effect. Na veel onderzoeken is daarna de conclusie getrokken dat het littekenweefsel voor beknelling van de darmen zorgt, waardoor de klachten ontstaan.”

Gezin

Daarom volgt binnenkort een nieuwe operatie. “Daarover heb ik goed moeten nadenken. Er zitten toch risico’s aan. Ze weten ook niet precies wat ze zullen aantreffen, welk effect het heeft en het kan ook leiden tot nog meer littekenweefsel. Uiteindelijk heeft de impact die het heeft op ons gezin de doorslag gegeven. De kinderen maken mijn klachten bewust mee, maken zich zorgen en stellen vragen als: moet ik ook naar het ziekenhuis als ik buikpijn heb? Ik wil niet dat het zo aanwezig is in het gezin. Dan is opereren de enige optie.”

Het is, zegt hij nuchter, heel vervelend, maar het hoort ‘nou eenmaal’ bij het leven. “Mijn vader zegt altijd: ‘Het kan goed gaan ook’. Daarmee bedoelt hij: je kan er óók voor kiezen om te focussen op de dingen die wel goed gaan. Zo sta ik ook in het leven. Die buikklachten en operaties zijn natuurlijk geen pretje. Maar ik wil ze geen grote rol geven, want verder leid ik een heel mooi en gelukkig leven.”

Deel deze pagina